Van wie is de Amsterdamse grond?
Het is een vraag die al een tijd boven de [...]
Het is een vraag die al een tijd boven de [...]
Ondernemers zijn, naast burgers, de belangrijkste gebruikers van de Omgevingswet. Voor hen moeten de regels over de fysieke leefomgeving eenvoudiger en beter worden. Toch komt het woord “bedrijf” in de hele Omgevingswet niet voor. …
Kleine stadswinkels van grote bouw- en supermarkten zijn een kans om de leegstand in de binnenstad te verkleinen. Gemeenten moeten de opkomst van deze nieuwe vorm van detailhandel omarmen en de ondernemers faciliteren. Met flexibele bestemmingsplannen ...
Ruim 30 procent van het kantooroppervlak in Nederland is overbodig. Inclusief verborgen leegstand gaat het om 17 miljoen vierkante meter overbodig vloeroppervlak, op een totaal van 54 miljoen vierkante meter.Dat schrijft Het Financieele Dagblad (FD) op basis van OfficeRank. Dit bedrijf, dat vastgoeddata verzamelt en doorzoekbaar maakt, komt vandaag met een onderzoek naar verborgen leegstand.Op… Lees meer »
Het bericht '30 procent kantooroppervlak overbodig' verscheen eerst op ROmagazine.
Gemeenten nemen zelf het voortouw bij de invoering van de Omgevingswet. Ze willen, binnen kaders, zelf kunnen beslissen of ze strengere of soepeler normen hanteren voor bijvoorbeeld stank, geluid en trillingen. Zodra de regelgeving is ontwikkeld, zijn gemeenten aan zet, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG wil “blauwdrukachtige transities”, zoals in het… Lees meer »
Het bericht Lokale verschillen omgevingswet 'niks mis mee' verscheen eerst op ROmagazine.
Met alle ontwikkelingen rond de omgevingswet is het vakgebied dynamischer [...]
Op grond van artikel 4 van bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) kan
omgevingsvergunning worden verleend voor bepaalde categorieën van
planologische gebruiksactiviteiten. Dit wordt ook wel de lijst
kruimelgevallen genoemd. Eén van deze categorieën is het bijbehorend
bouwwerk binnen de bebouwde kom (artikel 4 lid 1 onder a van bijlage II
Bor).
Om toepassing te kunnen geven aan de kruimelafwijking als
bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a van bijlage II Bor moet het
bijbehorend bouwwerk functioneel verbonden zijn met het hoofdgebouw
(artikel 1 lid 1 bijlage II Bor). Alsa het hoofdgebouw een woning
betreft, kan met een beroep op artikel 4 lid 1 onder a van bijlage II
Bor geen vergunning worden verleend voor een bijbehorend bouwwerk dat
bedrijfsmatig wordt gebruikt. In dat geval is het bijbehorend bouwwerk
niet functioneel verbonden met de woning. Indien het bijbehorend
bouwwerk hobbymatig wordt gebruikt, kan in dat geval met een beroep op
dit artikel wel vergunning worden verleend.
In de praktijk rijst
vaak de vraag waar de grens tussen bedrijfsmatig en hobbymatig gebruik
ligt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft
hierover recent een uitspraak gewezen.
Deze
zaak draait om een bouwplan dat voorziet in een paardenstal van 275 m²
waarin tien paardenboxen, een zadelkamer en een opslagruimte zijn
gesitueerd. Het perceel waarop de paardenstal is voorzien heeft onder
andere de bestemming "Bedrijf". Het bouwplan is evenwel in strijd met
het bestemmingsplan, omdat de toekomstige paardenstal is gelegen op een
gedeelte van het perceel dat niet is aangeduid als "bouwvlak". Het
college heeft besloten met toepassing van artikel 2.12 lid 1, aanhef en
onder a, 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in
samenhang gelezen met artikel 4 lid 1 onder a bijlage II Bor ten behoeve
van het bouwplan van het bestemmingsplan af te wijken (bijbehorend
bouwwerk).
De Afdeling is echter van oordeel dat niet wordt
voldaan aan het vereiste dat de stal functioneel is verbonden met het op
het perceel aanwezige hoofdgebouw en de paardenstal dus geen
bijbehorend bouwwerk is. De paardenstal is niet functioneel verbonden
met het gedeelte van het gebouw waarin het ter plaatse gevestigde
bedrijf voor management van automatisering in de luchtvaart wordt
uitgeoefend. Wanneer de bedrijfswoning op het perceel als hoofdgebouw
wordt aangemerkt, is de paardenstal daarmee evenmin functioneel
verbonden omdat het gebruik van de stal een omvang heeft alsof zij
bedrijfsmatig is, en dus niet hobbymatig is.
De Afdeling acht bij
beantwoording van de vraag of sprake is van een bedrijvigheid in de
omvang alsof zij bedrijfsmatig is van belang het aantal gehouden dieren,
de wijze waarop de dieren zijn gehuisvest, de bedrijvigheden die
daarmee worden verricht en de omstandigheid dat een zekere continuïteit
bestaat. Met betrekking tot dit concrete geval overweegt de Afdeling:
"Daarbij
is de planologische uitstraling van het bouwplan van belang. Uit de
aanvraag en de daarbij behorende bouwtekeningen volgt dat de stal ruimte
biedt voor tien paarden. De paardenstal beslaat een oppervlakte van 275
m² en is voorzien van twee grote overkappingen. In het gebouw zijn,
naast tien paardenboxen, een zadelkamer en een opslagruimte aanwezig.
Het perceel is verder voorzien van een paardenbak en een mestopslag. Het
houden van de paarden brengt met zich dat dagelijks werkzaamheden
uitgevoerd moeten worden, zoals het voeren van de dieren, het uitmesten
van de stallen en het berijden en anderszins verzorgen van de paarden.
Omdat die werkzaamheden dagelijks plaats dienen te vinden, gaat het
daarmee ook om een zekere continuïteit."
Met deze uitspraak
heeft de Afdeling weer wat meer duidelijkheid gegeven over waar de grens
tussen bedrijfsmatig en hobbymatig gebruik ligt. Daarbij blijven de
omstandigheden van het specifieke geval uiteindelijk dus doorslaggevend.
Andere samenvattingen van de uitspraak:
01 april 2015 – Deze monitor bevat goed nieuws en slecht nieuws. Dat is de reactie van de milieuorganisaties op de zojuist verschenen monitor Wind op Land. Het goede nieuws is, dat op Friesland na, alle provincies de gebieden hebben vastgelegd waar ruimte voor windturbines moet komen. Ook is er vooruitgang in MW gemaakt sinds de… Lees meer »
Het bericht Doelstelling wind op land verscheen eerst op ROmagazine.
Gemeenten krijgen in het wetsvoorstel Natuurbescherming een sleutelrol: voortaan gaan alle aanvragen voor natuurvergunningen eerst langs gemeenten als er ook een omgevingsvergunning nodig is. De VNG vindt dit een goed uitgangspunt en in lijn met de éénloketgedachte.
Met steun van Minister Blok zijn we in de afgelopen twee jaar intensief aan de slag geweest met “Ontslakken” in gemeenten. Het enthousiasme daarover was zo groot dat we ook in 2015 weer nieuwe gemeenten mogen aannemen. Een “feest” van herkenning om steeds weer te horen hoe binnen gemeenten geprobeerd wordt met ingesleten tradities te… Lees meer »
Het bericht Ontslakken en de “Klassiekers” verscheen eerst op ROmagazine.